Elke ochtend fiets ik als ik naar mijn atelier ga door een klein stukje bos, de Haarlemmerhout. Het is een oase van kwetterende vogels, bloeiende ranonkels, wilde hyacinten en oude lindenbomen met zonlicht op duizenden frisgroene blaadjes. Mijn fietstochtje door het groen is een moment van verstilling en een prettig begin van de dag. Ik hou van de lente, dat eerste prille begin van nieuw leven ontroert me keer op keer. De natuur trekt zich niets aan van oorlog, haat en conflicten. Elke dag zie ik het bos weer groener worden.

In mijn atelier slijp ik aan de lente. Blaadjes, blaadjes, blaadjes, er komt geen einde aan. Zo leuk is die lente nou ook weer niet! Als tot overmaat van ramp mijn haakse slijper crasht heb ik het even helemaal gehad.

Ik werk al een tijdje aan de serie De Vier Jaargetijden, waarvan Zomer & Winter af zijn. Nu is Lente aan de beurt. Het beeld is gegoten, maar moet gefreesd, geschuurd, gelast en gepatineerd worden. Eigenlijk had deze sculptuur allang in Beeldentuin Mariënheem moeten staan, maar door een opdracht die tussendoor kwam ben ik hopeloos achter op schema.

Leuk hoor, die lente. Nu ik al die kleine, tere blaadjes sta te slijpen, denk ik regelmatig: kunnen het er misschien ook wat minder zijn?

Doorzetten. En opschieten. Want het zou toch fijn zijn als het beeld nog vóór het einde van de lente in de beeldentuin staat.