Ik vier een klein intern feestje hier. Want ik realiseerde me bij het wakker worden dat ik vandaag 40 jaar zangeres ben. 

Precies 40 jaar geleden, op 9 juni 1979, zong ik het Pie Jesu in het Requiem van Fauré in de grote zaal van het Concertgebouw in Haarlem, tegenwoordig de Philharmonie geheten. Mijn zanglerares op het conservatorium, Erna Spoorenberg, vond dat helemaal nog niet zo'n goed idee. Te jong, te onervaren nog. Maar de dirigent van het Haarlems Jeugdorkest, Sam ten Velde, dacht daar heel anders over. Ja, een jong ding moest het zijn in dat Pie Jesu. Een puur, beetje naïef, kinderlijk en jongenssopraanachtig geluid had hij voor ogen. 

Nou, dat heeft hij geweten! Onwennig en groen als gras ging ik naar de repetities. En tijdens het concert ging het mis. Ik maakte bij een lange noot een telfout, puur van de zenuwen. Oh help!!! Paniek! Maar met een alerte zwiep redde de dirigent zijn jeugdorkest en jeugdsopraan van de ondergang. Na één maat stond de boel weer onder elkaar. Door het oog van de naald. Tjonge, wat zal die man een hartverzakking hebben gehad. Tot mijn verbazing vertrok hij echter geen spier. Grote grijns na afloop. Niks aan de hand joh, kwam toch goed? 

Ikzelf dacht daar heel anders over. Eenmaal in de solistenkamer kwamen de tranen. Voor mijn gevoel had ik het totáál verpest en lag mijn hele zangeressenbestaan aan diggelen.

Plotseling werd er op de deur geklopt. Daar stoof ineens niemand minder dan Coby Riemersma mijn kamer binnen. Ik kende haar niet, maar ze bleek een bekende zangpedagoge te zijn uit de regio Haarlem. Grote struise vrouw, mantelpakje aan, grijs knoetje in de nek en een grote handtas voor haar buik. Wat, tranen? Kind! Hoeveelste concert is dit? Je EERSTE? Och meid en dan treuren om die ene noot? Reken maar dat er nog velen zullen volgen. Hoort er allemaal bij hoor, gewoon door gaan.

En dat heb ik gelukkig gedaan.