Al heel lang wil ik een beeld maken over het lied “O wär dein Haus durchsichtig wie ein Glas” van Hugo Wolf, uit het Italienisches Liederbuch. Het is een prachtig, kwetsbaar lied en de pianobegeleiding is breekbaar als glas. Het gaat over de scheidingswand tussen het innerlijk en het uiterlijk van een mens en het verlangen om naderbij te kunnen komen.

O wär’ dein Haus durchsichtig wie ein Glas,
Mein Holder, wenn ich mich vorüberstehle!
Dann säh’ ich drinnen dich ohn’ Unterlass,
Wie blickt’ ich dan nach dir mit ganzer Seele!
 
In het lied klinkt een diep verlangen: was jouw huis maar van glas, dan waren er geen muurtjes en kon ik je zien, omarmen, ongehinderd van je houden. In overdrachtelijke zin staat het woord huis hier voor lichaam. Het lichaam als een gesloten oester, als een omhulsel, als een huis waarin we wonen. Met allerlei deurtjes en vensters die soms wel en soms niet opengaan.

Stel je eens voor dat onze huizen van glas waren? Dat onze kleine ikjes open en bloot zichtbaar zouden zijn. Zou het wat oplossen als onze verschijningsvorm van glas zou zijn? Er zou meer begrip zijn, dat zeker. Maar eigenlijk, als ik eerlijk ben, moet ik er niet aan denken. Elk mens heeft behoefte aan privacy, we delen slechts een facet van onszelf. De vraag is: in hoeverre laat je mensen toe? Ben je introvert of extravert? In elke ontmoeting proberen we een glimpje op te vangen van die ander. We tasten af, proberen de ander te lezen en te begrijpen. In openheid stroomt het makkelijker. Een voorwaarde voor die openheid is veiligheid en vertrouwen.

Binnenkant en buitenkant wringen soms met elkaar. In het boek ‘Vaak ben ik gelukkig’ van de Deense schrijver Grøhndahl staat een mooi gedichtje als proloog:
‘Vaak ben ik gelukkig en zou ik toch graag huilen;
Omdat geen enkel hart mijn geluk volledig deelt.
Vaak ben ik droevig en moet ik toch lachen,
Opdat geen mens mijn bange traan zal zien’.

Mooie thematiek voor een nieuw beeld! Er begint zich langzaam iets af te tekenen. De elementen waar ik mee ga stoeien zijn binnenkant en buitenkant. Een huis. Een mensfiguurtje, gesloten houding. En transparantie natuurlijk. Glas?

Epoxyhars halen. Zo helder mogelijk!

Foto: Betty van Engelen