De Maegd heeft al lekkere ‘Blancke Billen’, maar nog geen armen, benen, hoofd. Langzaam rijst de vrouw omhoog uit de zwarte boetseersmurrie. Haar stad heeft nog maar vijf huizen, maar breidt zich gestaag uit. Grote huizen, kleine huizen, raampjes, deuren, schuine daken. Nog heel wat te gaan. Bouwstenen voor een nieuw beeld met als thema 'de Stedemaagd'.

Een maagd als verpersoonlijking van een stad of land is een motief dat al in de oudheid op Griekse munten terug te vinden is. In deze heidense tijd werd de stedemaagd vaak vergoddelijkt en dus als godin vereerd. Het motief is altijd blijven bestaan en in de renaissance werd het weer populair.

Met Camerata Trajectina, het oude-muziekensemble waarin ik zing, komen we ze regelmatig tegen. Onlangs zongen we in het Oude Stadhuys van Gouda en daar pronkt een schilderij van J.I. de Roore uit 1743 met de Stedemaagd van Gouda. Ook Amsterdam heeft een imposante stedemaagd. Al bijna vier eeuwen heerst zij over de wereld, die aan haar voeten ligt in de vloer van de Burgerzaal van het voormalig stadhuis, nu het Koninklijk Paleis op de Dam. Passend, want vanuit Amsterdam voeren schepen de wereldzeeën over om kostbare handelswaar te verkrijgen. De stad was in de Gouden Eeuw het economisch centrum van de wereld. In de 19e eeuw kreeg Amsterdam zelfs nóg een Stedemaagd: een voornaam beeld aan de ingang van het Vondelpark. Van veel recentere datum is de Stedemaagd van Groningen op de Herebrug: een bronzen beeld van de hand van Wladimir de Vries uit 1953.

Op onze CD 'De Vrede van Utrecht' kreeg de Stedemaegd van Ryssel zelfs een stem. We zongen een fel lied, een 'Zaamenspraak' tussen de stedemaagd van Lille en haar belager, de Prins Eugenius, in het lied voorgesteld als vurig minnaar. De vrouw beschermde haar stad en haar bewoners ten tijde van de belegering van Lille in 1708. Nee, zij raakte haar maagdom niet kwijt, de prins had het nakijken. Als een moederkloek stond zij pal voor haar burgers.

Mijn beeld zal dus ook een beschermend gebaar moeten krijgen. Een staande vrouw met de stad aan haar voeten. Misschien houdt zij straks wel heel beschermend een huis in haar hand. Of vallen de huizen deels onder haar beschermende mantel.  Ik weet het nog niet. Zoeken, wikken, wegen. Langzaam verder bouwen aan mijn stad. Stap voor stap, steen voor steen.