Nooit gedacht dat ik ooit nog eens een Bachcantate zou gieten in brons. Ik heb het beeld Jakobsladder genoemd, naar de zonnestralen die je soms ziet als de wolken ineens openbreken en waar naar verluidt de engelen op en neer klimmen om een verbinding te maken tussen hemel en aarde.

In cantate BWV 180 zit een prachtige aria over levenslicht: Lebens Sonne, Licht der Sinne, Herr der du mein Alles bist. De cantate is gebaseerd op een gelijkenis uit de Bijbel, Matthaus 22: 1 – 14, en is getiteld: Schmücke dich, o Liebe Seele. In de gelijkenis worden mensen uitgenodigd voor een bruiloftsfeest van een koningszoon. Maar velen wijzen de uitnodiging af en komen niet. Een deel van de genodigden dat wél komt opdagen wordt weggestuurd omdat ze, blijkens ontbrekend bruiloftskleed, onvoldoende voor het feestmaal zijn toegerust. Slechts een enkeling is uitverkoren om naar binnen te mogen gaan.

 

De overdenking van Carel ter Linden tijdens een Bachcantatedienst in de Kloosterkerk in Den Haag zal ik nooit vergeten en maakte diepe indruk op mij: “versier je ziel met immateriële kostbaarheden. Al het andere is slechts materie en van tijdelijke aard. Wat overblijft is de liefde”.

Toen al zag ik een beeld voor me: een ketting met juwelen die symbool staan voor liefde, vriendschap, waardevolle herinneringen.

Twaalf voetjes dragen twaalf kostbaarheden en klimmen naar boven. Het getal 12 is een belangrijk symbolisch getal: Jakob had 12 zonen, er waren 12 discipelen, er zijn 12 uren in een klok. In het boek Jona wordt 12 als getal van volmaaktheid aangehaald. En in de Griekse mythologie moest Hercules 12 moeilijke opdrachten vervullen om onsterfelijk te worden.

Aan de voet van de ladder staan de wachtenden. Zij moeten nog beginnen met het verzamelen van hun kostbaarheden. Ben je wel gekleed voor het feest? Ga op weg, klim omhoog, versier je ziel met datgene wat er toe doet. Pluk de dag, behoud het goede.

Schmücke dich, O Liebe Seele.

Titel: Jakobsladder

Materiaal: brons & bladgoud

Afmeting: 127 x 15 c 15 cm

Jaar: 2017